Het Oorlogsmonument bij de Algemene Begraafplaats aan de Eperweg te Oene
Bron: 'Bombardement op Oene 22 maart 1945',
Jan Kiesbrink en Teunis Nooteboom, 2015
Verhaal voorgelezen door mevr. Dina Dijkhof-Kamphuis bij dodenherdenking 4 mei 2018:
"Ik ben Dina Dijkhof, geboren Kamphuis. Ik ben nu 89 jaar en heb de oorlog als tiener heel bewust meegemaakt.
De meeste indruk heeft het bombardement op Oene op 22 maart 1945 op mij gemaakt. Ik was op dat moment 17 jaar en woonde samen met mijn moeder, mijn vader was al overleden, in een boerderijtje aan de Dorpsstraat, op de plek waar later Peter Dalhuisen woonde.
Het was een stralende voorjaarsdag en ik was samen met een kennisje wilgenkatjes aan het plukken aan de Kruisstraat toen er vliegtuigen hoog over vlogen. Dit was niet vreemd; het was immers oorlog. Opeens hoorde ik een huilend geluid en verschrikkelijke knallen. Toen ik snel richting ons huis liep, leek het alsof het hele dorp was verwoest. Het was één grote stofnevel. Bij het teruglopen naar huis zag ik overal zwaar gewonde mensen liggen aan de Deventerweg en op het land van Nijenhuis waar de jongens van Sterken die middag aan het ploegen waren. Ik was erg angstig en bang dat mijn moeder ook slachtoffer was. Onderweg naar huis kwam ik haar gelukkig tegen. Zij was erg overstuur en op zoek naar mij. Ons huis was zwaar beschadigd. Alle ramen waren eruit en de gevel was helemaal gehavend. In de woning lag mijn nichtje Gerrie de Wilde in de wieg. Zij zat helemaal onder het stof, maar mankeerde gelukkig niets. Haar opa Gerrit Jan de Wilde, die op bezoek was, was wel dodelijk getroffen door de bommen. Mijn moeder ging naar de buren Booneman, waar mevrouw Booneman zwaar gewond was en haar zoontje Wim gedood was door de bomscherven. Heel veel mensen die ik kende waren overleden, zoals drie broers Sterken en het zoontje van schoenmaker Tenkink.
Het is een wonder dat ik deze ramp heb overleefd. Daar mogen we alleen de Heere dankbaar voor zijn. Deze gebeurtenissen hebben mij enorm aangegrepen en ik zie alles zo weer voor mij.
Wij mogen dankbaar zijn dat we dit nooit meer hebben meegemaakt en in vrede kunnen leven."